Als je begint met het aanleren van schouder binnenwaarts, is het – zoals bij veel nieuwe oefeningen – het gemakkelijkst om het in de stap aan te leren. Daarna pas in draf de oefening rijden. Als je namelijk een schouder binnenwaarts meteen in draf wilt aanleren, gaat dat voor het ongeoefend paard (en de ruiter) vaak te snel. Als je het in stap doet, heb je meer tijd om de juiste hulpen te geven en te corrigeren.
Sommige ruiters hebben problemen met het voldoende ver naar binnen brengen van de voorhand. De oorzaak is een verkeerde timing van de hulpen.
– De oplossing: breng de buitenschouder van het paard naar binnen op het moment dat het buiten voorbeen de grond raakt, dus niet in het zweefmoment. Als je dus een linker schouder binnenwaarts rijdt, moet je op het moment dat het rechter voorbeen de grond raakt meer druk geven met je (rechter) buitendij en -kuit.
Bij het rijden van een schouder binnenwaarts komt het soms voor dat het paard de achterhand uitzwaait in plaats dat de voorhand naar binnen wordt gebracht. De oorzaak hiervan is meestal dat de ruiter te weinig voorwaartse beweging toestaat, te strak is met de hand.
– De oplossing is om meer lucht te geven met de hand, lichter te zijn. Stel je voor dat je in plaats van de teugel een vogeltje in je hand hebt en je wilt het niet dooddrukken. Zo zacht moet je de teugel vasthouden.