Stelling:
- Het achter de kaak zijdelings inbuigen van het hoofd
- Is een teken (en makkelijker bereikbaar maken) van het loslaten in het lichaam
- Is onderdeel van oefeningen zoals wijken voor de kuit
Stelling is plaatselijk: in de voorhand van het paard, en alleen in de verbinding hoofd/hals. De bovenste drie halswervels (van de zeven halswervels die het paard heeft) zijn bij de stelling betrokken. Voor de rechtop zittende ruiter wordt het binnenoog net niet zichtbaar.
Lengtebuiging:
- Ontstaat vanuit de achterhand
- Is een teken van controle op draagkracht achterhand
- Moet evenredig zijn met de gevraagde zijdelingse halsbuiging, de stelling
- Het binnenachterbeen beweegt in de richting van het buiten voorbeen
Met lengtebuiging wordt bedoeld dat het paard in zijn wervelkolom (lengteas) zijdelings inbuigt. Fysiek is deze buiging enigszins beperkt doordat de rug minder buigzaam is dan de hals.
Lengtebuiging ontstaat wanneer het binnenachterbeen verder onder het paard wordt gebracht. Het begint vanuit de achterhand en wordt doorgegeven naar voren, en hangt dus samen met impuls. De achterhand moet gemotiveerd worden tot meer draagkracht.