Tips

Steigeren: hoe te handelen en waarom

Het paard vriendelijke oplossing voor een steigerend paard. Je kunt de oplossing bekijken in deze video:

Tips voor het appuyeren

In het Duits heet appuyeren een traversale. 

  • Dat geeft aan dat appuyeren in feite travers is over een schuine lijn.

Appuyeren gaat niet om het zijwaarts drijven van de achterhand van het paard.  

  • Appuyeren gaat om jouw controle van de schouders en de stelling van het paard.

Om te kunnen appuyeren moet je eerst een goede travers kunnen rijden op de hoefslag. 

Begin hiermee in de stap. Zorg dat de schouders van het paard op de hoefslag blijven. Jouw schouders zijn gericht op de schouders van het paard. Indien nodig regel je de stelling met kleine halve ophoudingen. 

Gaat het in stap goed dan kan je de travers rijden in draf. 

  • De hulpen voor het appuyeren zijn precies hetzelfde als voor de travers.
  • Een voordeel van het denken aan travers terwijl je een appuyement rijdt, is dat je fouten voorkomt. Zowel het voor gaan van de achterhand als het op de binnen schouder vallen heb je al opgelost door te denken dat je travers aan het rijden bent.
  • Jij denkt aan travers en toeschouwers zien jou een mooie appuyement rijden!!
  • Je moet de schouders van jouw paard willen controleren om nauwkeurig de appuyement lijn aan te kunnen houden.

Om te appuyeren rijdt je over de diagonaal of een schuine lijn. Daarbij richt je je op een punt waar je naartoe wilt rijden. Je denkt aan travers. Je moet dus een beetje abstract kunnen denken omdat je over een denkbeeldige lijn rijdt.

Jouw focus moet liggen op de lijn die je wilt rijden. Zorg er dus voor dat je de lijn die je aan wilt houden scherp in de gaten houdt. Wijk niet van deze lijn af zodra je met de hulpen voor je appuyeren begint.

  • Nu vraag je je misschien af: “hoeveel stelling moet ik hebben?” 
Niet zoveel stelling als je denkt. Je moet net zijn binnen neus kunnen zien. 

  • Hoe weet ik of ik teveel stelling hebt? 
Als je naar beneden kijkt naar de neus van het paard en je ziet lucht tussen zijn neus en zijn hals dan hebt je teveel stelling. Daardoor zal zijn hoofd “disconnected” (afgekoppeld) raken: jouw paard zal minder gesloten gaan. Dus teveel stelling betekent dat het paard uit elkaar valt.

Kortom: focus op schouder controle en de bewerkbaarheid van de stelling in de bovenste drie halswervels.

Als je paard reageert op de hulpen betreffende de plaatsing van zijn schouders, de controle van de stelling en achterbenen, dan heb je alles wat je nodig hebt voor zijgangen. Als je paard niet reageert op een van deze hulpen dan moet je analyseren welke van deze punten het probleem is. Je gaat daaraan werken en laat de zijgang even voor wat het is. Heb je de reactie op de betreffend hulp bijgesteld dan kan je weer verder gaan met appuyeren.

Als jullie gemakkelijk kunnen appuyeren dan kan je spelen met variaties zoals tempowisselingen richting middendraf en scherpere lijnen. Blijf daarbij het ritme controleren.


Belonen en positiviteit

RIJDEN DRAAIT OM POSITIVITEIT

Een positieve instelling van het paard krijg je door een positieve benadering en is daardoor het gevolg van het rijden.

Dat doen wij door het geven van hulpen die onder andere goed getimed zijn en door vaak te belonen. Daarin zit de sleutel naar een paard die het werk graag voor je wilt doen.

Veel ruiters hebben een beeld dat hun paard het lui of stout is. In feite projecteren ze menselijke emoties op hun paard. Het is juist jouw eigen mindset die bepaalt hoe de training ervaren wordt en of je tevreden bent.

Enthousiast belonen met je stem of klopjes geven leidt tot een paard met een positieve instelling. Beloon royaal. Ook bij kleine “successen”. Positieve benadering en beloning geeft een positief, blij paard

Tijdig belonen zorgt zelfs voor veel vooruitgang. Veel meer dan als je de inspanningen van jouw paard als vanzelfsprekend aanneemt of steeds meer wilt en niet gauw tevreden bent.

Tijdig belonen verkort zelfs jouw trainingstijd. Vergeet niet te belonen, belonen en belonen. Gebruik je stem of geef jouw paard een “knuffel” beloning. Laat hem weten dat hij het goed doet en dat zijn inspanningen gewaardeerd worden. Ook al vindt je dat het paard het veel beter kan, beloon hem toch. Je zult merken dat de vorderingen dan juist sneller gaan.

Je kunt zelf echt een positieve attitude bevorderen: de volgende keer dat je in het zadel zit beloon veel en je zult merken dat het een verschil maakt. Het maakt niet alleen een verschil bij het paard, ook zelf ga je meer plezier beleven in het rijden.